Tijdelijk gesloten wegens slipgevaar. Te gevaarlijk glad door het tranendal waar mijn bloglezers zich door moeten bewegen.
Het schijnt ook ongezond te zijn, jezelf wentelen in zelfmedelijden, verdriet dat niet slijt...
En dus verdwijnt deze blog even uit Blogland, even toch, tot ik weer een beetje "gezond" ben.
Liefs van de Gewikte.
dinsdag 20 mei 2008
zaterdag 10 mei 2008
Spinnekop
Het is 6u ’s ochtends en ik geef Geluksbrengerke zijn eerste fles. Ik geeuw en mijn blik valt achteloos op de planken vloer. Ik verstijf, want daar loop, helemaal in ’t echt, een reuze spin. Zo eentje met een dik lijf en harige poten. Ze stopt. Ik kijk in paniek naar Geluksbrengerke en mompel “vooruit, drink sneller, drink drink!!!” en in gedachten ben ik reeds bij de stofzuiger die dit monster zal opzuigen.
Maar Geluksbrengerke drinkt niet sneller en dus – ontaarde moeder dat ik ben – ruk ik de fles uit zijn mondje, leg hem snel in zijn relax om dan naar de keuken te rennen, deskundig huppelend met mijn blik star naar de vloer gericht om eventuele broers of zussen van het harige monster te onwijken. Ik trek de stofzuiger uit het stopcontact en ren terug naar de living. Weg. Het is weg !!!!!! Ik kijk koortsachtig rond maar kan het beest niet meer vinden. Ik vloek luidop. Kijk nog een laatste keer rond, maar ze is dus écht weg. Hopelijk in één of ander gaatje in de muur om nooit meer terug te komen,
Ik neem Geluksbrengerke uit de relax, schuif een stoel voor de zetel en leg mijn voeten op de stoel. Je weet maar nooit….
…
De avond valt, en de spin is nergens meer te bespeuren. Ik haal opgelucht adem en bedenk mij dat ze waarschijnlijk andere oorden heeft opgezocht.
Wanneer Geluksbrengerke eindelijk slaapt is het al na middernacht. Ik leg mij in de zetel, tevens bed sinds slechts een jaartje ofzo. Alle lichten zijn uit en alleen de televisie verlicht de kamer. Plots beweegt er iets, zo’n kleine 10 centimeter van mijn gezicht verwijderd. In paniek schud ik het deken van mij af en spring uit de zetel. Ik steek het licht aan, en daar is ze, dé spin, op mijn deken – het deken dat luttele seconden voordien nog op mijn van paniek bezwete lichaam lag. Ik huiver en vervloek mijzelf omdat ik intussen die verdomde stofzuiger terug in de kast had gezet. Ik twijfel of ik een aanslag zou plegen met een pantoffel maar ik kies uiteindelijk toch voor de stofzuiger, ook al betekent dat dat de spin even uit mijn vizier verdwijnt.
Ik keer terug met het moordwapen op electriciteit, en stel opgelucht vast dat de spin nog steeds op dezelfde plaats zit. Floep. Ze is weg. Voor alle zekerheid bind ik nog een plastieken zakje rond de stofzuigerbuis. Ingeval de spin haar nieuwe stofferige thuis maar niks zou vinden.
Die nacht slaap ik voor het eerst sinds maart 2007 in een bed. Weliswaar niet hét bed, maar het logeerbed in de aanpalende kamer. Leve de spin.
Maar Geluksbrengerke drinkt niet sneller en dus – ontaarde moeder dat ik ben – ruk ik de fles uit zijn mondje, leg hem snel in zijn relax om dan naar de keuken te rennen, deskundig huppelend met mijn blik star naar de vloer gericht om eventuele broers of zussen van het harige monster te onwijken. Ik trek de stofzuiger uit het stopcontact en ren terug naar de living. Weg. Het is weg !!!!!! Ik kijk koortsachtig rond maar kan het beest niet meer vinden. Ik vloek luidop. Kijk nog een laatste keer rond, maar ze is dus écht weg. Hopelijk in één of ander gaatje in de muur om nooit meer terug te komen,
Ik neem Geluksbrengerke uit de relax, schuif een stoel voor de zetel en leg mijn voeten op de stoel. Je weet maar nooit….
…
De avond valt, en de spin is nergens meer te bespeuren. Ik haal opgelucht adem en bedenk mij dat ze waarschijnlijk andere oorden heeft opgezocht.
Wanneer Geluksbrengerke eindelijk slaapt is het al na middernacht. Ik leg mij in de zetel, tevens bed sinds slechts een jaartje ofzo. Alle lichten zijn uit en alleen de televisie verlicht de kamer. Plots beweegt er iets, zo’n kleine 10 centimeter van mijn gezicht verwijderd. In paniek schud ik het deken van mij af en spring uit de zetel. Ik steek het licht aan, en daar is ze, dé spin, op mijn deken – het deken dat luttele seconden voordien nog op mijn van paniek bezwete lichaam lag. Ik huiver en vervloek mijzelf omdat ik intussen die verdomde stofzuiger terug in de kast had gezet. Ik twijfel of ik een aanslag zou plegen met een pantoffel maar ik kies uiteindelijk toch voor de stofzuiger, ook al betekent dat dat de spin even uit mijn vizier verdwijnt.
Ik keer terug met het moordwapen op electriciteit, en stel opgelucht vast dat de spin nog steeds op dezelfde plaats zit. Floep. Ze is weg. Voor alle zekerheid bind ik nog een plastieken zakje rond de stofzuigerbuis. Ingeval de spin haar nieuwe stofferige thuis maar niks zou vinden.
Die nacht slaap ik voor het eerst sinds maart 2007 in een bed. Weliswaar niet hét bed, maar het logeerbed in de aanpalende kamer. Leve de spin.
maandag 5 mei 2008
Eén seconde...
Ik duw de koets vooruit, Geluksbrengerke ligt ergens onderaan, bovenop de koets heb ik de wielen van de maxi cosi geparkeerd en aan mijn andere arm bengelt de lege maxi cosi zelf. De zon schijnt.
Ik rijd met mijn jongste telg naar mijn oudste vriendin. Ik zet de radio aan en knijp zacht in de wangen van mijn lachende zoon.
Er is haast geen verkeer op de autostrade, in gedachten verzonken zet ik mijn weg verder naar onze hoofdstad.
Ik rijd voorbij het werk van mijn man… Mijn hart klopt sneller. Ik voel een wee gevoel in mijn maag. Hier hebben hun blikken elkaar voor het eerst gekruist. Hier hebben ze misschien wel voor het eerst gekust.. Hier ontstond iets tussen hun. Hier ging iets kapot tussen ons… Is zij net zo verliefd op hem als ik ? Maakt zij hem wèl gelukkig ? Slaagt zij waar ik faalde ?.... Ik kijk naar mijn slapende kind, tel tot tien en probeer de tranen te verdringen.
…
Met vriendin C. is het altijd een blij weerzien, en haar aanbod om ’s avonds te blijven eten neem ik dan ook dankbaar aan.
…
De weg terug naar huis lijkt lang. De vermoeidheid prikt achter mijn ogen, ik sper ze open en draai het raampje naar beneden. Ik herinner mij niet dat ik de tunnel ben ingereden. Plots word ik wakker van een toeterende auto naast mij. Ik rijd helemaal op het andere vak op slechts een paar centimeters van de toeterende auto. Ik ben op slag klaarwakker. Mijn hart slaat over, het zweet staat in mijn handen. Wanneer ik de auto voor de deur parkeer, en mijn slapende kind naast mij zie, lopen de tranen over mijn wangen. Ik ben zo moe. Leeg. Ongelukkig. Ik neem mijn hoofd tussen mijn handen, de drukkende hoofdpijn verlamt mij haast.
Geluksbrengerke krijgt nog een laatste fles, hij valt in slaap.. Ik leg hem in zijn bedje en ga zelf in de zetel zitten. Ik proef de zoute tranen die geruisloos over mijn wangen druppelen. Ik kijk naar mijn handen en doe mijn trouwring uit. Ik hou de ring in mijn andere hand, en laat mijn vinger aan de binnenkant glijden langs de inscriptie van zijn naam..
Ik schuif de ring terug aan mijn vinger. Voor altijd….
Ik rijd met mijn jongste telg naar mijn oudste vriendin. Ik zet de radio aan en knijp zacht in de wangen van mijn lachende zoon.
Er is haast geen verkeer op de autostrade, in gedachten verzonken zet ik mijn weg verder naar onze hoofdstad.
Ik rijd voorbij het werk van mijn man… Mijn hart klopt sneller. Ik voel een wee gevoel in mijn maag. Hier hebben hun blikken elkaar voor het eerst gekruist. Hier hebben ze misschien wel voor het eerst gekust.. Hier ontstond iets tussen hun. Hier ging iets kapot tussen ons… Is zij net zo verliefd op hem als ik ? Maakt zij hem wèl gelukkig ? Slaagt zij waar ik faalde ?.... Ik kijk naar mijn slapende kind, tel tot tien en probeer de tranen te verdringen.
…
Met vriendin C. is het altijd een blij weerzien, en haar aanbod om ’s avonds te blijven eten neem ik dan ook dankbaar aan.
…
De weg terug naar huis lijkt lang. De vermoeidheid prikt achter mijn ogen, ik sper ze open en draai het raampje naar beneden. Ik herinner mij niet dat ik de tunnel ben ingereden. Plots word ik wakker van een toeterende auto naast mij. Ik rijd helemaal op het andere vak op slechts een paar centimeters van de toeterende auto. Ik ben op slag klaarwakker. Mijn hart slaat over, het zweet staat in mijn handen. Wanneer ik de auto voor de deur parkeer, en mijn slapende kind naast mij zie, lopen de tranen over mijn wangen. Ik ben zo moe. Leeg. Ongelukkig. Ik neem mijn hoofd tussen mijn handen, de drukkende hoofdpijn verlamt mij haast.
Geluksbrengerke krijgt nog een laatste fles, hij valt in slaap.. Ik leg hem in zijn bedje en ga zelf in de zetel zitten. Ik proef de zoute tranen die geruisloos over mijn wangen druppelen. Ik kijk naar mijn handen en doe mijn trouwring uit. Ik hou de ring in mijn andere hand, en laat mijn vinger aan de binnenkant glijden langs de inscriptie van zijn naam..
Ik schuif de ring terug aan mijn vinger. Voor altijd….
Agenda
De weekendtas staat klaar. Spookje zit in de zetel.
Ik kijk op mijn uurwerk. Kwart na tien.
Hij zal het toch niet vergeten zijn, vraag ik mij af…
Ik stuur hem een sms en vraag om hoe laat hij Spookje komt halen. Een kwartier later gaat de telefoon, “was dat vandaag dat ik hem moest komen halen?”… “Sorry, het is mijn schuld, ik dacht dat ik hem morgen moest komen halen, ik spring in de auto en ben er meteen”.
Ik leg de telefoon op tafel, Spookje kijkt mij aan en zegt “lang wachten hè mama”.
“Ja jongen”, zeg ik, terwijl ik over zijn frisgewassen haartjes aai…
…
De bel gaat en Spookje loopt naar de deur. “Papa !” roept hij, wanneer ik de deur opendoe.
“Hallo” zegt hij..
“Mag ik misschien vragen dat je zo’n dingen in je agenda of kalender zet” vraag ik gespannen.
“Ja-haaa” zegt hij, en hij rolt met zijn ogen.
“Mag ik nog even binnenkomen?” vraagt hij, terwijl hij Spook optilt.
..
Ik ga zitten en geef Geluksbrengerke zijn middageten. Spookje rent opgewonden heen en weer.
Hij staat naast mij en kijkt naar zijn jongste zoon.
Mijn hand trilt wanneer ik het lepeltje naar de mond van Geluksbrengerke breng.. Mijn hart klopt snel. Ik kijk vanuit mijn ooghoek naar mijn man. Ik wil met mijn hand door zijn bruine krullen strijken. Met mijn vinger de contouren van zijn gezicht volgen. Ik sluit mijn ogen. Waarom hou je niet gewoon van mij …?
“Kom Spook”, zegt hij terwijl hij de weekendtas neemt, “we zijn weg”.
“Daaag” zegt hij vrolijk tegen Geluksbrengerke.
Ik hoor de deur dichtslaan.
Ik leg het lepeltje naast het lege bordje en veeg de laatste restjes brocollipuree van de zachte wangen van mijn kind.
Het is stil in huis.
Ik kijk op mijn uurwerk. Kwart na tien.
Hij zal het toch niet vergeten zijn, vraag ik mij af…
Ik stuur hem een sms en vraag om hoe laat hij Spookje komt halen. Een kwartier later gaat de telefoon, “was dat vandaag dat ik hem moest komen halen?”… “Sorry, het is mijn schuld, ik dacht dat ik hem morgen moest komen halen, ik spring in de auto en ben er meteen”.
Ik leg de telefoon op tafel, Spookje kijkt mij aan en zegt “lang wachten hè mama”.
“Ja jongen”, zeg ik, terwijl ik over zijn frisgewassen haartjes aai…
…
De bel gaat en Spookje loopt naar de deur. “Papa !” roept hij, wanneer ik de deur opendoe.
“Hallo” zegt hij..
“Mag ik misschien vragen dat je zo’n dingen in je agenda of kalender zet” vraag ik gespannen.
“Ja-haaa” zegt hij, en hij rolt met zijn ogen.
“Mag ik nog even binnenkomen?” vraagt hij, terwijl hij Spook optilt.
..
Ik ga zitten en geef Geluksbrengerke zijn middageten. Spookje rent opgewonden heen en weer.
Hij staat naast mij en kijkt naar zijn jongste zoon.
Mijn hand trilt wanneer ik het lepeltje naar de mond van Geluksbrengerke breng.. Mijn hart klopt snel. Ik kijk vanuit mijn ooghoek naar mijn man. Ik wil met mijn hand door zijn bruine krullen strijken. Met mijn vinger de contouren van zijn gezicht volgen. Ik sluit mijn ogen. Waarom hou je niet gewoon van mij …?
“Kom Spook”, zegt hij terwijl hij de weekendtas neemt, “we zijn weg”.
“Daaag” zegt hij vrolijk tegen Geluksbrengerke.
Ik hoor de deur dichtslaan.
Ik leg het lepeltje naast het lege bordje en veeg de laatste restjes brocollipuree van de zachte wangen van mijn kind.
Het is stil in huis.
zondag 20 april 2008
Nacht van de Aarde
Vandaag was het de Dag van de Aarde, en zoals het hoort dient zo’n Dag natuurlijk voorafgegaan te worden door een heuse Nacht van de Aarde.
En dus toog ik zaterdag avond, uiteraard met de trein !, naar Oost-Vlaanderen voor een fuif van de Partij Groen.
Voor ik vertrok nog snel de verwarming afgezet, mijn vuilnis gesorteerd, een spaarlamp of twee ingedraaid en groene sokken aangetrokken. Klaar voor actie.
Ik werd opgepikt aan het station van Gent door een internet vriendin. Dat is niet gevaarlijk, in tegenstelling tot internet daten. Tenminste dat hoopte ik, want ik zou ook bij haar blijven overnachten.
Ruim een half uur te laat vertrokken we naar onze afspraak, een tent in hartje Gent waar we eerst nog een hapje zouden eten samen met onze andere internet vriendinnen.
Mijn gastvrouw had een nieuw topje aan waarvan het decolleté iets lager was uitgevallen dan ze had verwacht, en dus werd de rest van het gezelschap verzocht om de taak van decolleté watcher op zich te nemen. Een taak die we, meen ik, goed hebben volbracht.
Onze verzoeknummers werden gedraaid, en dus teisterden we de hele avond de dansvloer. De stijlvolle niet-van-de-dansvloer weg te slagen vriendin, de zachte vogelliefhebster, het fijn elegant poppemieke, de beeldschone Groene madam, de vrolijke flapuit, en de gastvrouw met het indrukwekkende decolleté. U ziet het, een bont gezelschap.
Op een deftig uur zijn we al strompelend huiswaarts gekeerd, niet van de alcohol maar van de pijnlijke voeten.
Die nacht sliep ik in een kleuterbed in de armen van Bob de Bouwer. Soms kan het leven schoon zijn.
En dus toog ik zaterdag avond, uiteraard met de trein !, naar Oost-Vlaanderen voor een fuif van de Partij Groen.
Voor ik vertrok nog snel de verwarming afgezet, mijn vuilnis gesorteerd, een spaarlamp of twee ingedraaid en groene sokken aangetrokken. Klaar voor actie.
Ik werd opgepikt aan het station van Gent door een internet vriendin. Dat is niet gevaarlijk, in tegenstelling tot internet daten. Tenminste dat hoopte ik, want ik zou ook bij haar blijven overnachten.
Ruim een half uur te laat vertrokken we naar onze afspraak, een tent in hartje Gent waar we eerst nog een hapje zouden eten samen met onze andere internet vriendinnen.
Mijn gastvrouw had een nieuw topje aan waarvan het decolleté iets lager was uitgevallen dan ze had verwacht, en dus werd de rest van het gezelschap verzocht om de taak van decolleté watcher op zich te nemen. Een taak die we, meen ik, goed hebben volbracht.
Onze verzoeknummers werden gedraaid, en dus teisterden we de hele avond de dansvloer. De stijlvolle niet-van-de-dansvloer weg te slagen vriendin, de zachte vogelliefhebster, het fijn elegant poppemieke, de beeldschone Groene madam, de vrolijke flapuit, en de gastvrouw met het indrukwekkende decolleté. U ziet het, een bont gezelschap.
Op een deftig uur zijn we al strompelend huiswaarts gekeerd, niet van de alcohol maar van de pijnlijke voeten.
Die nacht sliep ik in een kleuterbed in de armen van Bob de Bouwer. Soms kan het leven schoon zijn.
dinsdag 8 april 2008
Les 1 : gebruik altijd uw handrem !
Ik start de auto. PIEP !
"Ah mama" zegt Spookje, "je moet gaan tanken".
"Correct zoon" zeg ik, en we rijden naar het dichtstbijzijnde tankstation.
Ik ga achter een lege auto staan, en kijk in de richting van het soortement tankstation-supermarktje en vermoed dat de bestuurder daar zijn hopelijk niet wekelijkse boodschappen aan het doen is. Ik leg de motor stil en wacht.
HATSJOEM. "Oei mama, snottebellen!!!" roept spookje. "Wacht, ik kom" zeg ik snel, terwijl ik uitstap met een zakdoek in de aanslag.
Ik wil net mijn zoon zijn neus snuiten, wanneer ik verbijsterd opmerk dat mijn auto beweegt. Sterker nog, hij rijdt !, zonder mij dan nog wel.
In een flits grijp ik deur en stuur vast en probeer de wagen eigenhandig tot stilstand te brengen.
Les 2 : daar ben je dus écht niet sterk genoeg voor…
Ik gooi mijzelf dan maar in de auto en geef een ruk aan de handrem. De auto staat stil, op slechts 2,5 mm van de auto voor mij schat ik. Zweet parelt op mijn voorhoofd. Ik kijk vluchtig rond mij, en stel dankbaar vast dat er geen getuigen zijn van dit genante schouwspel.
Wanneer ik, getankt en wel, de weg naar school verderzet zeg ik tegen Spook, "hier komen we alvast nooit meer tanken, jongen !".
Hij giechelt.
"Ah mama" zegt Spookje, "je moet gaan tanken".
"Correct zoon" zeg ik, en we rijden naar het dichtstbijzijnde tankstation.
Ik ga achter een lege auto staan, en kijk in de richting van het soortement tankstation-supermarktje en vermoed dat de bestuurder daar zijn hopelijk niet wekelijkse boodschappen aan het doen is. Ik leg de motor stil en wacht.
HATSJOEM. "Oei mama, snottebellen!!!" roept spookje. "Wacht, ik kom" zeg ik snel, terwijl ik uitstap met een zakdoek in de aanslag.
Ik wil net mijn zoon zijn neus snuiten, wanneer ik verbijsterd opmerk dat mijn auto beweegt. Sterker nog, hij rijdt !, zonder mij dan nog wel.
In een flits grijp ik deur en stuur vast en probeer de wagen eigenhandig tot stilstand te brengen.
Les 2 : daar ben je dus écht niet sterk genoeg voor…
Ik gooi mijzelf dan maar in de auto en geef een ruk aan de handrem. De auto staat stil, op slechts 2,5 mm van de auto voor mij schat ik. Zweet parelt op mijn voorhoofd. Ik kijk vluchtig rond mij, en stel dankbaar vast dat er geen getuigen zijn van dit genante schouwspel.
Wanneer ik, getankt en wel, de weg naar school verderzet zeg ik tegen Spook, "hier komen we alvast nooit meer tanken, jongen !".
Hij giechelt.
maandag 7 april 2008
Vaderdag
De bel gaat. Spookje is terug van zijn papa-weekend.
Hij springt in mijn armen en begint meteen te vertellen, zijn papa volgt ons naar de woonkamer.
Spook rent naar Geluksbrengerke die wild met zijn armen begint te zwaaien van opwinding.
"Ik heb hier nog wat papieren bij" zegt hij, "dat is voor mijn nieuw paspoort, en omdat ik Spook op mijn paspoort wil zetten heb ik je handtekening nodig".
…
"Spook?" zeg ik verbijsterd. "Spook". "En Geluksbrengerke dan ? Moet hij niet op je paspoort dan? Je weet wel, Geluksbrengerke. Je andere zoon".
Heel even is hij uit het lood geslagen en mompelt "Euh ja... Euh ja, natuurlijk Geluksbrengerke ook. Ik wist niet of je dat OK zou vinden".. Hij past de papieren aan.
Burgerlijke stand : gehuwd. Ik laat mijn vinger over het woord glijden. Gehuwd… Ik probeer de krop in mijn keel weg te slikken, tranen prikken achter mijn ogen. Onder het laagje Tippex kan ik nog de contouren van mijn meisjesnaam lezen. Macht der gewoonte waarschijnlijk, zijn fout snel weggewerkt met een laagje wit.. Ik ben "gewist" uit zijn leven…
Hij vertrekt van zodra ik mijn handtekening heb gezet.
Ik kijk naar Geluksbrengerke en vraag mij af hoe dit verder moet. Twee kinderen, éénzelfde papa. Gevoel voor het ene kind, geen voor het ander…
Hoe moet ik dit uitleggen later, vraag ik mij af.
Nadat ik die nacht voor de 5de keer ben opgestaan voor Geluksbrengerke, val ik eindelijk in slaap. Ik droom. Van ineengestrengelde handen, van lachende monden en warme armen. Ik word wakker en voel mij gelukkig. Een droom zo intens dat de lijn tussen werkelijkheid en droom helemaal is vervaagd. Gedurende dertig seconden maar. En dan herinner ik het mij weer...
Vandaag is Geluksbrengerke voor het eerst sinds zijn ziekenhuisopname terug naar de kinderopvang. Ik doe zijn jasje uit en leg alles in zijn bakje. Er liggen nog wat papieren in, een rekening, reclame voor pampers en een knutselwerkje. Voor vaderdag blijkbaar.
Ik hou het werkje met de voetafdruk van Geluksbrengerke in mijn handen. Op de achterkant staat een gedicht.
Leve Papa
Klop Klop
Klop Klop, gaat het op de deur
En wie wordt daar rood van kleur ?
Het is papa, want hij weet
Dat niemand zo'n vader vergeet….
Een vader die niemand vergeet ?...
Ik steek het knutselwerkje in een omslag en stuur het naar de "onvergetelijke" vader.
Heel misschien wordt hij inderdaad rood van kleur.. Van schaamte. Misschien.
Hij springt in mijn armen en begint meteen te vertellen, zijn papa volgt ons naar de woonkamer.
Spook rent naar Geluksbrengerke die wild met zijn armen begint te zwaaien van opwinding.
"Ik heb hier nog wat papieren bij" zegt hij, "dat is voor mijn nieuw paspoort, en omdat ik Spook op mijn paspoort wil zetten heb ik je handtekening nodig".
…
"Spook?" zeg ik verbijsterd. "Spook". "En Geluksbrengerke dan ? Moet hij niet op je paspoort dan? Je weet wel, Geluksbrengerke. Je andere zoon".
Heel even is hij uit het lood geslagen en mompelt "Euh ja... Euh ja, natuurlijk Geluksbrengerke ook. Ik wist niet of je dat OK zou vinden".. Hij past de papieren aan.
Burgerlijke stand : gehuwd. Ik laat mijn vinger over het woord glijden. Gehuwd… Ik probeer de krop in mijn keel weg te slikken, tranen prikken achter mijn ogen. Onder het laagje Tippex kan ik nog de contouren van mijn meisjesnaam lezen. Macht der gewoonte waarschijnlijk, zijn fout snel weggewerkt met een laagje wit.. Ik ben "gewist" uit zijn leven…
Hij vertrekt van zodra ik mijn handtekening heb gezet.
Ik kijk naar Geluksbrengerke en vraag mij af hoe dit verder moet. Twee kinderen, éénzelfde papa. Gevoel voor het ene kind, geen voor het ander…
Hoe moet ik dit uitleggen later, vraag ik mij af.
Nadat ik die nacht voor de 5de keer ben opgestaan voor Geluksbrengerke, val ik eindelijk in slaap. Ik droom. Van ineengestrengelde handen, van lachende monden en warme armen. Ik word wakker en voel mij gelukkig. Een droom zo intens dat de lijn tussen werkelijkheid en droom helemaal is vervaagd. Gedurende dertig seconden maar. En dan herinner ik het mij weer...
Vandaag is Geluksbrengerke voor het eerst sinds zijn ziekenhuisopname terug naar de kinderopvang. Ik doe zijn jasje uit en leg alles in zijn bakje. Er liggen nog wat papieren in, een rekening, reclame voor pampers en een knutselwerkje. Voor vaderdag blijkbaar.
Ik hou het werkje met de voetafdruk van Geluksbrengerke in mijn handen. Op de achterkant staat een gedicht.
Leve Papa
Klop Klop
Klop Klop, gaat het op de deur
En wie wordt daar rood van kleur ?
Het is papa, want hij weet
Dat niemand zo'n vader vergeet….
Een vader die niemand vergeet ?...
Ik steek het knutselwerkje in een omslag en stuur het naar de "onvergetelijke" vader.
Heel misschien wordt hij inderdaad rood van kleur.. Van schaamte. Misschien.
Abonneren op:
Posts (Atom)